top of page

Proefkonijn voor wetenschappelijk onderzoek. Hoe gaat dat dan?

  • Foto van schrijver: Georgia Graat
    Georgia Graat
  • 8 jan
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 1 feb

ree


Deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek – doodeng of lekker bijverdienen? Ik zocht het uit!


Daar lag ik dan, met oordopjes in het donkere zwarte gat van de MRI-machine. Mijn claustrofobie speelde toch wat meer op dan ik wil toegeven, maar de paniekknop is uiteindelijk niet nodig geweest. De MRI machine was anders dan in de films. Ik vond hem zelfs intimiderend; groot, luid en zéker niet zoveel ruimte boven je hoofd dat er een camera kan hangen. Toch een ervaring om het een keer gedaan te hebben én ik kon mijn eigen brein zien (die trouwens heel mooi en gezond is)!


Als medisch student stond ik altijd aan de kant van de onderzoekers; als interviewer, muizentrainer en dataspecialist heb ik achter de schermen van alle taken wat mogen meemaken. Ik vond het daarom erg bijzonder om bij het Donders Instituut in Nijmegen een keer in de schoenen van de deelnemer te staan.


In drie weken deed ik mee aan vier onderzoekjes en twee online vragenlijsten. Twee keer mocht ik in de MRI-machine liggen. De eerste keer was een onderzoek naar gedrag en geheugen. De onderzoeker en hulp-studente waren ontzettend behulpzaam en legden heel zorgvuldig uit wat er ging gebeuren. In het kort: het document met alle regels en uitleg ondertekenen, een korte vragenlijst invullen over mijn alledaagse gedrag en lekker in de MRI-machine gaan liggen. In dit geval kreeg ik plaatjes te zien op een scherm en tegelijk verspreidde een (gelukkig lekkere) geur zich door de ruimte. Hoewel ik uitstekend scoorde op het ‘’geheugen spelletje’’, bleek dat ik achteraf nog een vragenlijst kreeg om alle geuren op te schrijven. Anders dan een sterke limoen geur, moet ik toegeven dat ik niet veel verder kwam.


De tweede keer mocht ik weer in de MRI-machine, maar dit keer moest ik héél stil liggen met de benen omhoog. Dit onderzoek, dat zich richtte op taal, werd namelijk met speciale scans gedaan die live de activiteit in mijn hersenen bekeken. Ik kreeg een soort gameboy in mijn handen en moest klikken wanneer de juiste instructies op het scherm kwamen of wanneer ik een woord voorbij zag komen dat ik niet kende (iemand eerder gehoord van erudiet?). De machine was net zo luid als vorige keer, daar raak je toch niet zo snel aan gewend. Gelukkig kon ik na een uurtje alweer naar huis!


Toen ik terugkwam op de donderdagochtend, mocht ik in een machine die ik nog nooit eerder had gezien: een MEG. Het heeft iets weg van een megagrote helm die op je hoofd gaat om je breinactiviteit te bekijken. Ik voelde me om eerlijk te zijn een soort Megamind. Het onderzoek zelf was erg makkelijk: een paar teksten lezen, een stipje op het scherm vinden of een raceauto volgen. Het stilzitten daarentegen bleek het moeilijkste aspect. Élke keer moest ik weer een centimeter terug naar links, omhoog of achteruit met mijn hoofd. Na een uurtje ben je toch wel dankbaar als je weer mag opstaan.


Daarna moest ik naar een ander gebouw op de faculteit. Als je wel eens je ogen hebt laten opmeten, weet je precies achter wat voor een apparaat ik heb gezeten (een zogeheten autorefractor). Deze was ietwat anders en maakte het mogelijk exact te volgen hoe mijn ogen bewogen bij het lezen van een tekst. Dit waren zeer grappige tekstjes, sprookjes bijna, waarover ik altijd een ja/nee vraag moest beantwoorden. Binnen 15 minuten stond ik alweer buiten! De gedragswetenschapper van dit onderzoek zei zelfs dat ik de snelste deelnemer was, toch iets om trots op te zijn!


Dus wat heeft dit mij nou opgeleverd? Naast vijf ‘’verloren’’ uurtjes in het Donders Instituut en bijna honderd euro, vooral veel plezier en kennis. Vrijwel alle onderzoekers maakten graag een praatje over hun onderzoek waar zij ontzettend veel passie voor hebben en de onderzoekjes zelf waren grappig gemaakt. Daarnaast geef je de onderzoekers zoveel waardevolle data die zij weer kunnen gebruiken om nieuwe ontdekkingen in de wetenschap te doen, dat het een win-win situatie voor iedereen is.


Afbeelding via Unsplash





Opmerkingen


bottom of page